Eind 2007 is voor het eerst sinds lange tijd weer een in Nederland ontworpen auto gepresenteerd. Het gaat hier niet om een ‘gewone’ auto, maar om een geheel nieuw type ambulance. De ambulance is letterlijk vanaf de wielen opnieuw ontworpen om de gebruikers (patiënt, verpleegkundige en chauffeur) heen. Bijzonder is de innovativiteit, maar ook de snelheid waarmee dit voertuig is ontworpen, door een klein team van specialisten. Drie Rotterdamse bedrijven, het Composietenteam, Dog design en Steenkamer design zijn verantwoordelijk voor het grootste deel van de innovaties in dit unieke voertuig.
Het vervoer van zieken en gewonden was lange tijd een kwestie van pure improvisatie. Het lot van de patiënt lag in handen van goedwillende burgers en ondernemende avonturiers. Georganiseerd vervoer in een speciaal voertuig kwam pas zeer laat op gang. Standaardtypes van imposante automerken als Chevrolet, Cadillac en Mercedes werden voorzien van sirene en brancard en men probeerde de patiënt zo snel mogelijk in een ziekenhuis te krijgen. Een ambulance zoals we die nu kennen, waarbij men de gewonde eerst ‘stabiliseert’ en daarna zorgvuldig verplaatst, is een betrekkelijk nieuw verschijnsel. Pas eind zeventiger jaren van de vorige eeuw is hier een begin mee gemaakt. Het is dan ook niet verrassend dat ontwerp en inrichting van de ambulance nog lang niet optimaal zijn.
Recent is in de ontwikkeling van het ambulancevervoer een grote stap voorwaarts gezet. Zowel in constructie van het voertuig zelf als in de inrichting en uitrusting zijn revolutionaire veranderingen doorgevoerd. Carrosseriebedrijf Terberg Specials richtte zich traditioneel op het aanpassen en perfectioneren van bestelwagens en specialistische automobielen. Zij besloten hun energie in te zetten voor de ontwikkeling van een nieuw type ambulance. Voor de inrichting en de vormgeving deed Terberg een beroep op de Rotterdamse ontwerpbureaus Dog Design en Steenkamer Design.
De opdracht van Dog Design en Steenkamer Design beperkte zich aanvankelijk tot de styling van de buitenzijde van het voertuig. Dit mondde uit in het design en invulling van het totale concept, met de titel Ambulance Nieuwe Stijl (ANS).
De ANS werd vanaf de start ontwikkeld als totaalconcept. Alle beroepsgroepen die dagelijks met ambulances te maken hebben, zoals chauffeurs, verpleegkundigen, onderhoudsmonteurs en wagenparkbeheerders, werden gevraagd naar hun ervaringen en wensen. Zo werd een programma van eisen geformuleerd, dat de basis moest vormen van ideeën en toepassingen. De ontwerpers gingen nadrukkelijk niet uit van een bestaand voertuig, zoals dat tot nu toe gebeurde.
Terberg Specials koos voor een nieuw te ontwerpen patientenruimte (body) achter een bestaande drijfkop. De drijfkop werd geleverd door Volkswagen, terwijl het concept van een kunststof composiet body, de achteras en de vering werden ontwikkeld door het Rotterdamse ingenieursbureau Composietenteam.
Deze ontwikkelde body maakte een lage instaphoogte mogelijk. Het gehele voertuig is licht van gewicht, heeft een laag zwaartepunt en hierdoor een enorm goede wegligging. In de beschikbare patientenruimte is een enorme vooruitgang geboekt, zodat ook medisch 'zwaardere' transporten, waarbij meer personeel nodig is, met de ANS mogelijk zijn. Behalve de 2 zitplaatsen in de cabine zijn er in het achtergedeelte 3 volwaardige plaatsen beschikbaar voor een verpleegkundige, een anesthesist en een arts. Het gehele voertuigontwerp is gebaseerd op drie pijlers: doelmatigheid in behandeling en comfortabel vervoer van de patiënt en gebruiksgemak voor het personeel.
In de oude situatie werd de efficiency nogal eens gehinderd doordat bestaande voertuigen moeilijk konden worden aangepast aan de steeds veranderende wettelijke voorschriften en noodzakelijke voorzieningen. Sommige bestaande ambulances voldeden met noodgrepen bijvoorbeeld wel aan de minimale oppervlakte waar hulpverleners moesten kunnen staan, maar het stagedeelte bevond zich niet bij de brancard waar die stahoogte eigenlijk nodig was, waar de patiënt de hulp nodig had. Veel voertuigen hebben bijvoorbeeld ook een hoge instap, wat leidt tot lichamelijke klachten bij het personeel.
Daarnaast moesten allerlei uitrustingsstukken die alleen buiten de ambulance worden gebruikt (en dus vies en nat worden) in de patientenruimte worden opgeborgen. In het ontwerp van de ANS is op elk onderdeel bekeken hoe de plaatsing in de ambulance kon worden gekoppeld aan optimaal gebruiksgemak.
Het patiëntencompartiment van de ANS is een kunststof body met speciaal ontwikkelde achterwielophanging en luchtvering. Dit deel wordt achter een bestaande trekkop met voorwielaandrijving (een VW T5) gemonteerd. Op deze wijze is het mogelijk een instaphoogte van 35 cm te combineren met een werk- of stahoogte door het gehele voertuig van 195 cm, terwijl de ANS zelf slechts 240 cm hoog is. Ondanks deze constructie met een lage instap zijn obstakels als verkeersdrempels geen probleem en beweegt de ANS zich soepel en snel door elke stad. Het geavanceerde veersysteem geeft comfort aan de patiënt en aan de andere inzittenden.
De industrieel ontwerpers Gerben Klinkenberg en Joop steenkamer kwamen uiteindelijk tot een grondige herziening van het gehele interieur, natuurlijk met handhaving van bestaande voorschriften en wettelijke normen. Het werd een samenspel tussen ergonomie, functionaliteit, gebruiksgemak en vormgeving, constructie en kostprijs. Verrassend genoeg was het volkomen nieuw dat de gebruikers centraal stonden (chauffeur, verpleegkundige en patiënt). Voorheen was het voertuig uitgangspunt: volume, afmetingen en globale inrichting waren al bepaald. In dit ontwerp is begonnen met de basis: de patiënt moet zo veilig en stabiel mogelijk op een brancard worden vervoerd. Daarnaast heeft de ontwerper gezocht naar een gebruikshiërarchie van de medische en technische hulpmiddelen. Het interieur is letterlijk dienstbaar gemaakt aan de interactie tussen patiënt, hulpverlener en de apparatuur die hen ter beschikking staan. Elk ontwerpidee werd teruggekoppeld naar de mensen uit de praktijk. Sommige vondsten lijken vaak het Ei van Columbus, maar zijn in de dagelijkse realiteit niet praktisch of staan in de weg van snelheid en doelmatigheid.
Hulpmiddelen die uitsluitend buiten het voertuig worden gebruikt, zoals rolstoel, wervelplank en spalken zijn weggehaald uit het patiëntencompartiment. Deze voorwerpen bevinden zich nu in de zogenaamde traumakast die uitsluitend van buiten het voertuig direct bereikbaar is. Overweging hierbij is dat naast ruimtewinst ook de hygiëne gediend wordt.
De gasflessen met zuurstof voor beademing werden verplaatst naar de gaskast. Deze is ook uitsluitend van buiten het voertuig direct bereikbaar. Nieuwe regels stellen dat deze flessen door een gasdichte wand van het patiëntencompartiment gescheiden moeten zijn.
In het compartiment zelf is door de ontwerpers veel aandacht geschonken aan de beleving van de patiënt. Het interieur oogt rustig en ruim. Het gebruik van kleuren en afbeeldingen, alsook instelbare verlichting helpen de patiënt rustig te worden of blijven. Alle hulpmiddelen die niet direct nodig zijn worden weggeborgen in lades en kasten. De direct noodzakelijke medische apparaten staan buiten het gezichtsveld van de patiënt, waardoor hij of zij niet wordt afgeleid door meters, beeldschermen en lampjes, waarvan de betekenis onbekend is.
Ook met de hulpverleners is in elk stadium van het ontwerp rekening gehouden. De brancard wordt geplaatst op een tafel en is in stappen verstelbaar, zowel van voor naar achter als van links naar rechts. De positie van de patiënt ten opzichte van de verpleger is zo optimaal instelbaar. De lage instap met de lage vloer zorgt voor een goede stapositie en werkhouding ten opzichte van de patiënt op de brancard. De rangschikking van apparatuur en kastruimtes is zodanig dat de hulpverlener alle hulpmiddelen op de juiste plaats en in de juiste volgorde tot zijn beschikking heeft.
Bijzonder is ook de achterklep die over de gehele breedte van het voertuig opent. Daardoor wordt het mogelijk dat de verpleegkundige tijdens het inrijden van de brancard met de patiënt meeloopt. De enorme klep opent zich in twee delen. Dit heeft weer als voordeel dat het onderste deel verticaal blijft staan ten opzichte van het wegdek en daarmee de zichtbaarheid voor het achteropkomende verkeer sterk is verbeterd.
Het ontwerp is eerst als ‘mock up’ gebouwd en aansluitend als prototype vervaardigd. Daarnaast maakten de ontwerpers de productiebeschrijving van het interieur voor de eerste prototypeserie waarin alle uitgangspunten en oplossingen zijn vastgelegd.
Inmiddels wordt de ANS in de praktijk getoetst en is er sprake van een kleine revolutie in de wereld van de ambulance en het ziekenvervoer. De eerste vijfentwintig prototypes rijden inmiddels rond in verschillende ambulanceregio's. De bedoeling is dat na evaluatie van deze prototypes de serieproductie door Terberg Specials van start zal gaan. Bijzonder is ook dat Volkswagen Duitsland het ontwerp tot op het hoogste niveau heeft goedgekeurd terwijl van de originele T5 eigenlijk alleen de cabine en het motorblok worden gebruikt.
Dog Design, Gerben Klinkenberg en Steenkamer, Joop Steenkamer, zien daarin de bekroning van een lange weg, waarin doelmatigheid en innovatief ontwerp succesvol werden gecombineerd. Dit alles in het belang van de patiënt. Want wanneer je in een ambulance terechtkomt dienen ziekte of verwonding de grootste zorg te zijn, niet het functioneren van de ambulance. Het ontwerp van de ANS is in dit opzicht en grote stap in de goede richting.